TnTtracks » Blog Archive » TnT op wintersport en Birdies met wollen mutsen

De winter is al enige tijd aangebroken in het zuidelijke halfrond en zo ook in Zuid Afrika.

In de kustplaats Port Elizabeth gaat dat dit jaar gepaard met een ongewone hoeveelheid neerslag. Je hoort hier echter niemand over klagen want na vier jaar van extreme droogte, met water restricties tot gevolg, zijn nu eindelijk de dammen weer vol. De kosten van leidingwater gaan weer omlaag, de tuin kan weer gesproeid worden en ook het zwembad mag weer gevuld worden. Winter in Port Elizabeth betekent dagtemperaturen rond de 20 graden, maar zodra de zon om vijf uur ondergaat daalt het kwik en is een jas en/of kampvuur geen overbodige luxe. Het zal er echter nooit vriezen. Dit is in tegenstelling tot het landklimaat ten noorden van de Cape Mountain belt. Een hemel vol sterren geeft toegang tot een ijzige kou en temperaturen tot ver onder het vriespunt.

Hoe weten kleine vogeltjes van eenzelfde soort te overleven in deze tegenovergestelde klimaatstypen? Er wordt gesuggereerd dat vogels hun fenotype kunnen aanpassen aan hun omgeving, waarbij het genotype onveranderd blijft. Dit verschijnsel noemt men fenotypische plasticiteit en het is een omkeerbare vorm van evolutie. Dieren en ook planten hebben aangetoond in staat te zijn tot het veranderen van hun fenotype in hun voordeel wanneer ze blootgesteld worden aan een veranderende omgeving. De koude wintertemperaturen waren voor mij reden om af te reizen naar Aliwal North om wederom het energieverbruik van de rooivinkies (Euplectes orix) te meten.

Het mooie stadje Aliwal North bevindt zich ten zuiden van het land Lesotho dicht bij de voet van de Drakensbergen in de Oostkaap, zo’n 450km ten noorden van Port Elizabeth. Maandagochtend had ik om zeven uur ’s ochtends afgesproken met Arnold in het natuurreservaat waar de vogels wonen. Maar voordat dit kon gebeuren moest ik eerst even het ijs van de auto afkrabben, iets wat ik in geen jaren meer heb gedaan. Het was die ochtend -3 graden en bij het uitademen produceerde ik witte wolkjes. Mijn handschoenen kwamen goed van pas bij het opzetten van de mistnetten, want de aluminium palen waren verrekes koud. In tegenstelling tot onze vogelvangsten in januari bleef het nu beperkt tot een paar cisticola’s, kingfishers en weavers. Na drie dagen had zich nog maar één rooivink aangemeld als vrijwilliger voor mijn onderzoek. Het was hoog tijd voor een andere aanpak en zodoende moesten Arnold en ik ons verplaatsen in de gedachtengang van de vinkjes. Waar ga je heen als er niet voldoende voedsel beschikbaar is thuis in de rietbedden? Het antwoord lag in een graansilo op een boerderij voorbij de Kraairivier. In één middag vingen we 56 vogels waaronder voornamelijk weavers, maar gelukkig ook voldoende red bishops.

Het analyseren van de data van de energieverbruik metingen zal nu moeten uitwijzen of de winter in Aliwal North net zo extreem is als de winters in Nederland. De rooivinkjes zullen dan hun lichaamstemperatuur op peil moeten houden door een hoge voedselopname. Een andere mogelijkheid is dat de vogels hun metaboliek verlagen als het voedselaanbod onvoldoende is en als de kou niet heel extreem is. Dit verschijnsel wordt gezien bij vogels van de subtropen en ook bij de rooivinkies in Port Elizabeth waarbij ik deze winter hetzelfde experiment heb gedaan.

Op vrijdag is ook mijn eigen Vink gearriveerd in Aliwal om mij bij te staan met de metingen voor de laatste paar dagen. Zelfs hij heeft zich gewapend tegen de kou met vest en sloffen. Misschien komt het omdat hij net terug is van een onderzoekstrip met Prof Tris en Ryan in de Transkei (subtropisch klimaat). Het verblijf in vijf-sterren lodges aan de estuaries van de Mngazi, Ngqusi en Nxaxo rivier is hem erg goed bevallen. Zijn verhalen gaan voornamelijk over het overheerlijke eten (3-gangen ontbijt, 4-gangen lunch en 5-gangen diner), de mooie natuur en het werk op de boot. Helaas heeft hij hier geen foto’s van want ik had de privilege om de camera mee te nemen. Ik hoop dat de foto’s van de mooie vogels hier in Aliwal dat kunnen compenseren.

Dinsdagmiddag waren de laatste metingen klaar en gingen we de temperatuurloggers ophalen die ik in het reservaat geplaatst had. Eenmaal onderweg was de regen veranderd in een dikke sneeuwstorm en moesten we de bakkie in 4×4 zetten om tot bij de site te komen. Kortom een glibberige ervaring over de natte silt. Woensdagochtend werd een negatief reisadvies uitgegeven door de traffic control, want alle passen waren ongebaanbaar vanwege de hevige sneeuwval. Eigenwijs als we zijn, waren we toch begonnen aan de trip terug naar PE en de landschappen onderweg waren echt schitterend! De Daggaboersnek en de Olifantsnek-pas waren beide alweer sneeuwvrij toen we er aankwamen en zo zijn we zonder problemen weer thuis gekomen in het warmere PE.

Comments are closed.